Vlaanderen wil meer groen en water: minder verharding en meer natuur.
Een slim mobiliteitsbeleid vraagt om goed ontworpen parkeerterreinen. Als je er toch een nodig hebt, beperk dan het gebruik van verharding en zorg voor groen en goede waterafvoer. Dit beschermt het gebied tegen wateroverlast en hitte. Je kunt ook ruimte creƫren voor andere functies, zoals een groene ontmoetingszone. Hier lees je hoe je hiermee kunt beginnen!
Slim ontwerpen: de verharding
Bij het ontwerpen van een nieuwe parkeerplaats, overweeg of deze echt verhard moet zijn. De context en het gebruik spelen hierbij een rol. Een onverharde overloopparking kan handig zijn bij tijdelijke evenementen. Een parking bij een recreatiedomein kan ook worden aangelegd met niet-verhard materiaal zoals schelpen, grind of houtspaanders.
Als je een bestaande parkeerplaats wilt 'ontharden', kan dat op twee manieren. Je kunt de hele parkeerplaats opnieuw aanleggen met waterdoorlatende of -passerende verharding. Als je minder afval wilt produceren, kun je overwegen om delen van de bestaande verharding te behouden en bepaalde zones te 'ontharden', zodat het water daar naartoe kan stromen.
Bij de aanleg of heraanleg van een parkeerterrein zijn er aandachtspunten die je moet overwegen. Deze vind je in het technisch vademecum voor paden en verhardingen en de inspiratiegids voor waterdoorlatende en -passerende verhardingen (zie links hieronder).
Bij het ontwerpen van groene zones moet je vanaf het begin rekening houden met waterafvoer, biodiversiteit en bodemkwaliteit. Zo minimaliseer je de negatieve impact van verharding en voorkom je hittestress.
Bij de keuze tussen waterdoorlatende en waterpasserende verharding is het belangrijk te weten dat waterdoorlatende materialen water doorlaten vanwege hun poreuze structuur, terwijl waterpasserende materialen water langs de voegen, perforaties of kleine deeltjes laten lopen. Bijvoorbeeld grasdallen, schelpen of graskeien. Houd bij de materiaalkeuze rekening met belasting en toegankelijkheid. Voor kleinere oppervlaktes kun je toch kiezen voor volledige verharding, maar zorg ervoor dat het water naar het omringende groen stroomt in plaats van naar het riool. Dit kan worden bereikt door een hellingsvlak of tonvormige structuur. Zelfs bij waterdoorlatende/-passerende verharding bereikt niet al het hemelwater direct de bodem, dus een groene- of infiltratiezone in de buurt is belangrijk om overtollig water op te vangen.